De Gorgonen zijn in de Griekse mythologie drie monsterlijke dochters van de zeegoden Phorcys en Ceto: Stheno, Euryale en Medusa. Deze zusters konden volgens de mythen iedereen die hen aankeek met hun blik verstenen. Gorgonen werden in de gehele Griekse klassieke wereld op veel uiteenlopende voorwerpen en in kunst afgebeeld: in deze blog kijken we naar de betekenis die deze monsters hadden in de cultuur van de Oudheid.
Uiterlijk en krachten
De traditie van het afbeelden van Gorgonen op schilden werd vaak door Griekse en Etruskischehoplieten gebruikt. Deze versiering om kwade krachten af te weren haalt ook inspiratie uit de Griekse mythologie: de legendarische Aegis, een mythologisch pantser of schild waaraan de kop van de Gorgon Medusa hing. Het schrok elke vijand af, kon de gebruiker tegen alle gevaren beschermen en werd in de mythen gedragen door de goden Zeus (als een schild) en Athena (als een pantser).
Versteende blikken
Volgens Pherecydes kon het gezicht van Medusa mensen in steen veranderen.
Pindarus beschrijft haar afgehakte hoofd als de bron van "stenen dood".
In de Griekse mythologie werd het bloed van een Gorgon zowel als een krachtig middel voor genezing als een instrument van vernietiging beschouwd. Het werd gezegd dat dit bloed, afhankelijk van de situatie, wonderen kon verrichten of grote schade aanrichten. In Prometheus Geboeid wordt vermeld dat geen enkele sterveling in staat is om de Gorgonen aan te kijken en te overleven, aangezien hun blik dodelijk was. Volgens de oude auteurs Apollodorus, Pherecydes en Aeschylus hadden alle drie de Gorgonen de kracht om hun slachtoffers in steen te veranderen. Onder hen waren Stheno en Euryale onsterfelijk, maar Medusa was de uitzondering; zij was de enige die sterfelijk was.
Betekenis van de naam
De naam 'Gorgon' komt van het Oudgriekse bijvoeglijk naamwoord gorgós, wat betekent 'grimmig, fel, ontzagwekkend, verblindend'. Men denkt dat het teruggaat op de Sanskrietstam garğ, die geassocieerd wordt met geluid. In Germaanse en Romaanse talen zijn er verwante woorden die verwijzen naar de keel (zoals 'gorge') of keelgeluiden (zoals 'gargle', 'gurgle' gorgelen). Sommige geleerden vermoeden dat de oorspronkelijke proto-Indo-Europese betekenis verband houdt met een grommend of brullend wezen. Mogelijk met beren omdat zij zodanig werden gevreesd dat het een taboe was om hun naam uit te spreken (beer betekent bruin). Dit is echter een speculatie.
Mythologische Gorgonen
Volgens Hesiodus en Apollodorus waren de Gorgonen dochters van de oerzee-god Phorcys en het zeemonster Ceto, evenals de zusters van de Graeae. Hyginus beweerde echter dat ze dochters waren van "de Gorgon", een nakomeling van Typhon, Echidna en Ceto. In Euripides' tragedie Ion werd "de Gorgon" voorgesteld als een kind van Gaia, gecreëerd om de reuzen te helpen in hun oorlog tegen de Olympische goden.
Medusa had twee kinderen met Poseidon: Pegasus, het gevleugelde paard en Chrysaor, een machtige krijger.
De mythe van Perseus en Medusa
Volgens Apollodorus werd Perseus door zijn vijand Polydectes opgedragen om het hoofd van Medusa te halen. Met de hulp van Hermes en Athena zocht hij de Graeae op, drie zusters die samen slechts één oog en één tand hadden. Perseus wist deze te stelen en gaf ze pas terug nadat ze hem de weg naar de nimfen wezen.
Van de nimfen kreeg Perseus:
Gevleugelde sandalen, waarmee hij kon vliegen,
De helm van Hades, die hem onzichtbaar maakte,
Een adamant sikkel (harpē), geschonken door Hermes.
Vliegend bereikte Perseus Oceanus, waar hij de Gorgonen slapend aantrof. Door naar hun reflectie in zijn bronzen schild te kijken, wist hij Medusa te onthoofden. Uit haar nek sprongen Pegasus en Chrysaor tevoorschijn. Stheno en Euryale achtervolgden Perseus, maar zagen hem niet vanwege zijn helm van onzichtbaarheid.
Toen Perseus het Gorgon hoofd aan Polydectes toonde, veranderde deze in steen. Vervolgens gaf hij de magische voorwerpen terug aan de nimfen en Hermes, maar het Gorgon hoofd schonk hij aan Athena. In deze versie van de mythe liet ze de eerder genoemde Aegis (beschermend pantser met Gorgon hoofd) maken door Hephaestus.
De angstaanjagende roep van de Gorgonen
Volgens een fragment beschrijft Pindarus hoe de klaagzang van een fluit werd gecreëerd om het scherpe, doordringende gekrijs te imiteren dat afkomstig was van de razendsnelle kaken van Euryale, terwijl haar langzame, angstige gehuil onder haar afschuwelijke slangenhaar vandaan stroomde.
In de Dionysiaca van Nonnus wordt vermeld dat de vluchtende Perseus "naar geen trompet luisterde, behalve naar het brullende geschreeuw van Euryale". De wens om deze Gorgon kreet weer te geven, kan verklaren waarom Archaïsche Gorgon afbeeldingen vaak een wijd opengesperde mond tonen.
De Gorgonen in de vroegste literatuur
De oudste literaire vermeldingen van de Gorgonen vinden we in de werken van Hesiodus en Homerus (ca. 700–650 v.Chr.).
Homerus noemt alleen "de Gorgon" zonder haar naam te geven. In de Ilias wordt ze een "verschrikkelijk monster" genoemd. Haar hoofd verschijnt op het aegis schild van Athena en op het schild van Agamemnon, waarbij het wordt omschreven als "grimmig van uiterlijk, verschrikkelijk starend".
In de Odyssee is Odysseus vastbesloten in de onderwereld te blijven om andere grote doden te ontmoeten, maar zodra hij eraan denkt dat hij het "hoofd van de Gorgon, dat afschuwelijke monster" zou kunnen tegenkomen, vlucht hij onmiddellijk.
De kenmerken van de Gorgonen
In de Hesiodische Schild van Herakles wordt verteld hoe de Gorgonen Perseus achtervolgen, waarbij ze worden beschreven als "verschrikkelijk en onuitsprekelijk", met twee slangen om hun middel gewikkeld. Op hun "vreselijke hoofden tierde de Grote Angst" – mogelijk een verwijzing naar de slangen die rond hun hoofd kronkelden.
Pindarus maakt expliciet melding van slangenhaar, door te beschrijven hoe het afgehakte Gorgon hoofd van Perseus "glinsterde met haar van slangen".
In Prometheus Geboeid van Aeschylus worden alle drie de Gorgonen niet alleen met slangenharen, maar ook als gevleugeld omschreven.
Hun legendarische lelijkheid werd zo bekend dat de Atheense komedieschrijver Aristophanes in 405 v.Chr. de vrouwen van de Atheense deme Teithras belachelijk maakte door hen met Gorgonen te vergelijken.
De Gorgonen in Kunst
De mythograaf Apollodorus geeft de meest gedetailleerde beschrijving van de Gorgonen.
"De Gorgonen hadden hoofden omwikkeld met de schubben van draken, enorme slagtanden zoals die van zwijnen, bronzen handen en gouden vleugels waarmee ze konden vliegen."
Deze beschrijvingen benadrukken de afschuwelijke fysieke kenmerken van de Gorgonen. Toch veranderde hun beeldvorming door de eeuwen heen. In de vijfde eeuw v.Chr. beschrijft Pindarus Medusa al als een "mooie vrouw", ondanks haar slangenhaar. De Romeinse dichter Ovidius vertelt dat Medusa oorspronkelijk een beeldschone maagd was, maar door een ontmoeting met Neptunus (Poseidon) in de tempel van Minerva (Athena) werd gestraft. Minerva veranderde haar prachtige haar in angstaanjagende slangen als straf voor deze heiligschennis.
Iconografie en evolutie
Afbeeldingen van Gorgonen, zowel in volledige vorm als alleen hun gezicht, waren populaire motieven in de Oud-Griekse, Etruskische en Romeinse kunst. In de Etruskische cultuur was de Gorgon zelfs een symbool voor de koninklijke of aristocratische macht en is veel op schilden uit Etrurië terug te zien. In de Archaïsche periode werden Gorgonen steevast afgebeeld als afschuwelijk lelijk, maar later begonnen ze soms ook te verschijnen als beeldschone jonge vrouwen.
In het Lexicon Iconographicum Mythologiae Classicae zijn meer dan zeshonderd voorstellingen van Gorgonen gedocumenteerd. Naast vaasschilderingen komen ze ook voor in architectonische versieringen, op schilden, kurassen en op munten.
Twee hoofdtypen Gorgon-afbeeldingen
Volledig afgebeelde Gorgonen worden meestal getoond in verband met het verhaal van Perseus en Medusa. De vroegste voorstellingen van dit verhaal dateren uit het midden van de zevende eeuw v.Chr.
Gorgoneia: dit zijn weergaven van alleen hun angstaanjagende gezicht, zoals die op Athena’s aegis en op het schild van Agamemnon in de Ilias.
De vroegste voorbeelden van beide stijlen dateren uit het midden van de zevende eeuw v.Chr.
Deze voorstellingen zijn bijzonder herkenbaar aan hun slangenhaar, dat soms uit gestileerde krullen en soms uit echte slangen bestaat. Ze hebben enorme, dreigende ogen die recht naar de kijker staren, een drieledige, rolvormige neus (volute) en een brede mond met een grimlach of uitgestoken tong. Soms hebben de Gorgonen slagtanden, zoals bij zwijnen. Sommige vertonen een baard, vooral bij vroege voorstellingen.
Een opvallend kenmerk van archaïsche Gorgon afbeeldingen is dat, in tegenstelling tot goden en helden die meestal in profiel werden weergegeven, de Gorgonen altijd frontaal worden afgebeeld. Zelfs wanneer hun lichamen in profiel worden getoond (meestal rennend), is hun hoofd altijd direct naar de kijker gericht, wat hun angstaanjagende uitstraling versterkt.
Evolutie van de Gorgon weergave
Hoewel de Gorgon op de Boeotische pithos wordt afgebeeld als een vrouwelijke centaur zonder vleugels of slangen, en de Gorgonen op de Eleusis amfora een bijenkorfachtige romp zonder vleugels hebben, werd aan het einde van de zevende eeuw v.Chr. een menselijke lichaamsvorm met vleugels en slangen de norm.
Vanaf de vijfde eeuw v.Chr. begon de beeldvorming van Gorgonen te veranderen. Waar ze eerst als afzichtelijke monsters werden afgebeeld, evolueerden ze geleidelijk tot mooie jonge vrouwen. Deze verschuiving werd gangbaar in de vierde eeuw v.Chr..
Een van de vroegste voorbeelden van een "mooie" Gorgon is een roodfigurige pelike uit het midden van de vijfde eeuw v.Chr.. Hierop wordt Perseus afgebeeld terwijl hij, met zijn hoofd afgewend, de slapende Medusa onthoofdt. Na de vierde eeuw v.Chr. verdwenen volledig afgebeelde Gorgonen uit de kunst, maar gorgoneia (alleen het gezicht) bleven door heel de oudheid heen populair.
Een bijzonder beroemd voorbeeld is het Medusa-fronton van de tempel van Artemis op Korfoe (begin zesde eeuw v.Chr.). Hierop wordt een gevleugelde Medusa afgebeeld in de typische Knieloop-houding (knielend en rennend tegelijk), met twee slangen rond haar middel. Dit komt overeen met de beschrijvingen in de Hesiodische Schild van Herakles.
Gorgoneia
Van alle afbeeldingen van oude Griekse demonen komt de gorgoneion verreweg het vaakst voor. Dit beschermende (apotropeïsche) symbool werd vaak gebruikt op architecturale elementen, zoals tempelfrontons, sierlijke antefixen en acroteria, maar ook op ronde objecten, zoals schilden, munten en de onderkant van schalen en bekers. De vroegste voorbeelden dateren uit het midden van de zesde eeuw v.Chr.
De overwinning van Athena op de reus Enceladus—met een gorgoneion op haar schild—zou te zien zijn geweest op de tempel van Apollo in Delphi (eind zesde eeuw v.Chr.). In Euripides' Ion (ca. 412 v.Chr.) beschrijft het koor hoe ze op de stenen muren van de tempel Athena zien "zwaaiend met haar gorgonen-schild" tegen Enceladus.
De Griekse reiziger Pausanias vermeldt dat hij een gouden votiefschild had gezien, gewijd door de Spartanen en hun bondgenoten na de Slag bij Tanagra (457 v.Chr.), waarop een gorgoneion (of mogelijk een volledige Gorgon) in reliëf stond afgebeeld. Dit schild werd tentoongesteld in de tempel van Zeus in Olympia.
Later bij de Romeinen werden Gorgoneia ook veelvuldig afgebeeld, zo zijn er in Pompeii veel muurschilderingen te zien van tempel architectuur in combinatie met Gorgoneia.
Gorgoneia als rituele maskers
Het Gorgonen motief werd waarschijnlijk ook gebruikt als ritueel masker. Dit blijkt uit Homerus’ beschrijving van Agamemnons schild in de Ilias.
“De Gorgon, grimmig van aanblik, staarde vreselijk, en om haar heen waren Angst en Paniek."
Twee groepen terracotta maskers uit de zevende eeuw v.Chr vertonen eveneens gezichten die op Gorgonen lijken. Ook zijn er in de heilige stad Orthia in Sparta niet-draagbare Gorgonen maskers gevonden. Deze maskers lijken qua stijl op de oudste Gorgon afbeeldingen en tonen mogelijk aan dat Gorgonen een rol speelden in rituelen of theatervoorstellingen. De votiefmaskers uit Sparta hebben diepe S-vormige groeven aan de zijkanten van hun brede grimassen, vergelijkbaar met veel oudere terracotta-platen van Humbaba.
Proto-Indo-Europese oorsprong
Sommige geleerden verwachten dat Kronos, Rhadamanthys en Menelaos waren afgeleid van Yemo uit het Proto-Indo-Europese kosmische scheppingsverhaal. Yemo was de tweelingbroer die werd geofferd, uit wiens lichaam de aarde en de drie verschillende samenlevingsklassen werden gesticht. Zijn Broer Manu werd de eerste priester en leerde de mens offeren om zo de kosmische relatie met de hemelgod (Zeus) te behouden.
In het kosmische scheppingsverhaal staat de held *Trito ( derde man) voor de eerste krijger. Deze wordt in de Griekse mythologie, zoals verteld door Hesiodus, vertegenwoordigd door Herakles. De driekoppige slang kan worden gezien in Geryon, de kleinzoon van Medusa (de slangharige Gorgo). Dit monster moest worden gedood om het gestolen vee terug te krijgen.
De Griekse held krijgt hierbij hulp van de zonnegod Helios, van wie hij een beker leent waarmee hij de westelijke Oceaan kan oversteken en het eiland Erytheia kan bereiken. Samen met zijn veewachter Eurytion en zijn hond overwint Herakles uiteindelijk het monster en brengt hij de kudde terug naar Griekenland.
Romeinse versies van de mythe, die gebaseerd zijn op eerdere Griekse teksten, zijn hervormd rond een tegenstelling tussen Hercules en een vuurspuwende menseneter genaamd Cācus, die in een grot op de Aventijn woont. Niettemin hebben ze enkele kenmerken van de oorspronkelijke driehoofdige monsterlijke tegenstander behouden: de knuppel van Hercules, waarmee hij Cācus met drie slagen doodt, zou drie knopen hebben; en Hercules rent drie keer rond de berg nadat hij de grot van het monster heeft gevonden, slaat drie keer tegen de deur en rust drie keer voordat hij uiteindelijk binnenbreekt. Net als in de Iraanse en Griekse versies wordt Cācus afgeschilderd als degene die aanvankelijk het vee heeft gestolen dat rechtmatig toebehoort aan de held, Hercules.
Medusa: van monster tot symbool
Medusa en haar zussen Stheno en Euryale zijn voortdurend afgebeeld in kunst en cultuur—van de Griekse oudheid tot nu. Van de drie is Medusa veruit het bekendst, en haar beeld heeft verschillende betekenissen gekregen.
Namelijk die van monster en beschermend symbool in de Oudheid. De Gorgonen vertegenwoordigen niet de verhouding tussen goed en kwaad zoals de Christelijke leer deze kent, in plaats daarvan moet een dharmatische benadering worden aangenomen. Wat hiermee wordt bedoeld, is dat de Gorgonen begrepen moeten worden binnen een complexer systeem van orde en harmonie, waarin wat als "goed" of "slecht" wordt ervaren, afhankelijk is van context, perceptie en de interactie tussen verschillende krachten.